Bruce V. Malchow, "A Manual for Future Monarchs" in The Catholic Biblical Quarterly Vol. 47, No. 2 (April, 1985), p. 238-245, https://www.jstor.org/stable/43719220
Ricardo Tavares, Eine königliche Weisheitslehre?: Exegetische Analyse von Sprüche 28–29und Vergleich mit den ägyptischen Lehren Merikaras und Amenemhats, Zurich Open Repository and Archive (2007), https://doi.org/10.5167/uzh-143062
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een mens, [39]gedrukt om het [40]bloed ener [41]ziel, [42]zal naar den kuil [43]toevlieden; [44]men ondersteune hem niet! 39. Dat is, vervolgd van den bloedwreker en beangst van zijne conscientie. Anders: die geweld heeft gedaan aan het bloed ener ziel; te weten dat hij moedwillig en ten onrechte vergoten heeft. 40. Dat is, den doodslag; zie Gen.37:26. 41. Dat is, eens mensen. Zie Gen.12:5. 42. Dat is, naar het verderf, of naar zijnen ondergang. Alzo is het woord kuil genomen, Ps.7:16, en Ps.28:1, en Ps.30:4, en Ps.40:3. 43. Te weten, uit vrees der goddelijke wraak, zodat hij herwaarts en derwaarts de vlucht nemende, onvoorziens in enig verderf vallen zal. 44. Anders: laat niemand hem vasthouden; te weten, opdat hij in den kuil immers gerake, waarin hij moet wezen; dat is, niemand zoeke hem te verlossen of te verbergen, of op enige andere manier van de straf vrij te maken.